Een klik voelen bij de opleiding waar je voor gaat

Je moet ‘een klik voelen bij de opleiding waar je voor gaat’. Maar hoe ontdek je die ‘klik’? Ben je ouder… Hoe kun je je (klein)kind helpen die ene ene opleiding te ontdekken waar hij of  zij die ‘klik’ bij voelt… Pauline en Peter-Melvin vertellen hier meer over.

Wanneer maak je de goede studiekeuze?

Studiekiezers en eerstejaars studenten twijfelen vaak over hun studiekeuze. Welk onderwerp moet het zijn? Welke instelling kies ik dan? Op welk niveau moet ik gaan studeren? Allemaal zaken die zeker belangrijk zijn.
Toch… Als je jezelf drie eenvoudige vragen stelt krijg je een redelijk betrouwbaar antwoord.

1. Voel je een klik met de inhoud, het interessegebied?
2. Voel je een klik met je aanstaande medestudenten en je docenten?
3. Voel je een klik met de hogeschool of de universiteit?

Zeg je ‘ja’, dan zit je goed

Zeg je op alle drie deze vragen volmondig ‘ja’, dan is de kans groot dat je goed zit.

Aanmelden vóór 1 mei?

De datum 1 mei nadert. Voor die datum moet je je opgeven voor een opleiding op hbo of universiteit. Nog even snel-snel je studiekeuze maken? Nee, zeker niet doen. Tijdens het webinar vertellen we wat je wél kunt doen. Maar zeker niet alles overhaasten…

Tips van mijn ouders, het verhaal van Pauline

Pauline

Pauline: ‘Eigenlijk wist ik al heel snel dat ik naar Wageningen toe wilde. Maar mijn ouders vonden het belangrijk dat ik ook verder keek. Dat ik opleidingen ging vergelijken. Telkens als ik een voorlichtingsbijeenkomst had, moest ik daarvan aantekeningen maken in een schriftje. Dat vond ik ook ook wel een goed idee. Die Open Dagen zijn er vooral in het voor- en najaar en soms wel 4-5 achter elkaar. En dan waren er ook nog voorlichtingen op school en meeloopdagen. Dan haal je makkelijk dingen door elkaar als je niets opschrijft. Ik hoefde maar tien zinnen op te schrijven over zo’n bijeenkomst. Een kleine moeite. En het hielp om alles een beetje op een rijtje te houden. Ik kreeg van mijn ouders ook een paar vragen die ik moest beantwoorden in die tien zinnen:’

• Wat houdt de studie in?
• Wat vind ik ervan? Wat is er leuk aan? Waarom dan?
• Wat is er anders dan bij andere opleidingen?

Verkeerde profiel

‘Eigenlijk wist ik altijd al dat ik iets met milieu, leefomgeving of de agrarische sector wou. Daar lag mijn passie. Of iets met bodem en water. Maar voor de meeste opleidingen op dit gebied moet je dan N&T of N&G hebben. Maar ik begreep echt helemaal niets van scheikunde en natuurkunde en dan zijn die vakken ook echt niet leuk. Een dergelijk profiel was voor mij niet haalbaar. Zo kwam ik op het profiel economie & maatschappij. Dat leek het verkeerde profiel voor mijn werkelijke interesse’.

Voorlichting op school

‘Samen met mijn ouders ben ik naar voorlichtingen op school gaan kijken. Daar stonden studenten in standjes iets te vertellen over hun opleiding. Daar hoorde ik voor het eerst over de opleiding die ik nu volg: economie en beleid. Dat ‘beleid’ gaat meer richting bestuurskunde. Ik had al op meerdere plekken naar economie en bedrijfskunde gekeken maar ‘gewoon’ economie vond ik vrij droog met al die cijfertjes. Ik wou ook iets ernaast, economie in het interessegebied waar mijn passie ligt. De combinatie dus met milieu en omgeving. En tijdens die voorlichting op school ontdekte is dus dat er zoiets bestond. Toen wist ik het eigenlijk al. En met mijn profiel was ik toelaatbaar. Er kon meer met mijn profiel dan ik aanvankelijk dacht’.

Een klik voelen bij de opleiding waar je voor gaat

‘Natuurlijk ben ik ook nog naar Open Dagen en meeloopdagen geweest. Dat schriftje van mijn ouders was daarbij een handige hulp. Maar tijdens die voorlichtingsbijeenkomsten wist ik het eigenlijk steeds beter. Dit is de opleiding waar ik een klik mee heb‘.

Wat hoort er in de kern bij je? Het verhaal van Peter-Melvin

Peter-Melvin

Peter-Melvin: ‘Ik vind dat je niet moet kijken naar welke baan je wilt. Ik vind dat je moet kijken naar wat er in de kern bij je hoort. Eigenlijk wist ik dat altijd al… maar ik heb ook naar andere dingen gekeken. Toen ik in drie Atheneum zat wou ik wel piloot worden, mijn familie overal naartoe vliegen. Dat leek me wel gaaf.
Maar mijn werkelijk passie was toch  ‘iets met dieren’.

De opleiding tot dierenarts voelde niet goed

‘We hadden thuis altijd veel dieren. Honden, katten, kippen… En dierentuinen vond ik geweldig. In eerste instantie ben ik toen gaan denken aan een beroep. Dierenarts… dat leek me wel wat. Ik ging ook altijd mee naar de dierenarts als er iets was met een van de dieren. Daar had ik me dus vier-vijf jaar op gefocust. En telkens als iemand me vroeg: ‘wat wil je later worden‘, zei ik, zonder verder diep na te denken: ‘dierenarts’. Met mijn vader ben ik toen uiteindelijk gaan kijken in Utrecht, daar kun je die opleiding volgen. Maar dat voelde helemaal niet goed’.

Een klik voelen bij de opleiding waar je voor gaat

‘Ik voelde geen klik bij de opleiding. Ik had helemaal geen connectie. Veearts worden kon ook nog. Daar heb ik vervolgens naar gekeken. Maar ook bij deze voorlichting was ik niet overtuigd.  Ik twijfelde. Daarna ben ik ook naar hbo opleidingen gaan kijken, want ook daar zijn er opleidingen met dieren. Maar ook dit voelde niet goed.
Mijn ouders hebben nooit gezegd: Zou je dat wel doen? Ze vroegen wél of de opleiding aansloot bij mijn verwachtingen, bij wat ik echt wilde. En dat was telkens niet zo. Ik voelde gewoon geen klik. Toen heb ik dat idee van dierenarts losgelaten’.

Meer opties…

‘Via via ontdekte ik dat er nog meer mogelijkheden zijn als je iets met dieren wilt. In Wageningen. Van die universiteit had ik nog nooit gehoord. En Wageningen kwam ook nooit uit die testjes die ik op de middelbare school deed.
Maar in Wageningen voelde ik wel de klik. Hier kon ik werken aan het welzijn van dieren. Mijn passie is de kwaliteit van leven van dieren verhogen. En die passie kan ik nu volop kwijt’.

Een klik voelen bij de opleiding waar je voor gaat: Drie kernvragen

1. Voel je een klik met de inhoud, het interessegebied? Hoe ontdek je dat?
2. Voel je een klik met je aanstaande medestudenten en je docenten? Waarom is dit zo belangrijk?
3. Voel je een klik met de hogeschool of de universiteit? Welke hogescholen en universiteiten passen bij je? Hoe zit het met de kwaliteit?